Pomerol “La Truffe” op Chateau de Roques

Toen ik vanmiddag door de wijngaarden van Pomerol reed, kon ik een bepaald gevoel van ergernis niet onderdrukken: waarom moet dit nou zo duur wezen? Er staat gewoon dezelfde Merlot en Cabernet als in de hele rest van de Bordeaux, maar zelfs een ‘instappertje’ van dit beroemde stukje rechter oever (de omgeving van Libourne, aan de rechter oever van de Gironde resp. Dordogne) kost je al snel een vermogen.
Nou, die verzuchting moet door de hulpjes van Bacchus zijn opgepikt, want nog geen drie uur later kreeg ik uitleg in natura.

Op het terras van het prachtige oude Chateau de Roques in Puisseguin (St-Emilion) – dat van binnen modern en confortabel is, en qua sfeer en keuken helemaal past binnen het ‘Logis de France’-concept – aten mijn verloofde en ik een heerlijk maaltje van o.a. gekonfijte eendebout. Ik dacht: laat ik eens niet de wijsneus uithangen en met een geleerd gezicht uit de wijnkaart kiezen…. nee, ik vroeg de vrolijke dame van de bediening – die een gemakkelijke avond had met slechts vier gasten – om voor mij te kiezen.
Het werd “Château La Truffe” Pomerol 2008. Ai, natuurlijk de duurste van de kaart, maar voor 33 euro aan tafel hoor je mij niet mopperen.
Met enig wantrouwen kroop het glas richting mijn neus en lippen… en toen… Héééé’! Zo’n mooi zachte en elegante wijn uit 2008? Maar toch mooie zuren die nog een tijd meekunnen?!? En dan dat mooie geïntegreerde hout ?!?!? Is dit een ‘doorsnee’ Pomerol? Dan heb ik misschien toch al die jaren, met mijn Médoc-gedomineerde Bordeauxneus, niet op zitten letten. Dit is gewoon héél erg lekker! Vloeibaar fluweel met hartstikke veel fruit en mooi hout. De dame van de bediening rook de figuurlijke stal, toen wij als laatste eters overbleven, dus het maaltje werd iets te snel afgerond. Daarom maar de fles meegenomen naar onze kamer (jaaaa, we zijn dezer dagen even inval-kasteelheren), waar ik nu nog steeds zit te nippen van deze geweldige Pomerol.

Ik ga Pomerol vaker een kans geven! Na thuiskomst maar eens in de koelkast duiken en die flessen opgraven met dat grote rode Tempelierskruis erop. Dit overigens niet vóórdat ik morgen eerst even een rondje heb gemaakt langs St-Estèphe, Pauillac, St-Julien, Moulis en Listrac en tot slot Margaux. Want ik blijf een linker oever-adept… Ook al slaap ik vannacht dan aan de ‘overkant’…