Campofiorin bij Cafe Sjiek

“Me and my big mouth” dacht ik even later, toen ik net tegen de vriendelijke dame had gezegd: “maar dit is geen Ripasso, want er staat geen Valpolicella op het etiket…”. Uit de indrukwekkende wijnkaart van hét Maastrichtse eetcafé Sjiek had ik een Ripasso uitgezocht van nota bene wijnhuis Masi, de uitvinder van de Ripasso!

Slik! Ik had het toch wel bij het rechte eind hé? Ik had ooit geleerd, dat ergens in de jaren ’80 de naam en bereidingswijze van de Ripasso waren vastgelegd, en geïntegreerd met de DOC Valpolicella Classico… dus als er geen Valpolicella op de fles stond… “Op de fles staat ook Campofiorin, net als op de kaart…” wees de nog steeds vriendelijke mevrouw mij aan.
Ergens achter in mijn hoofd klonk een alarmbel: Campofiorin…was dat niet een héél bekende naam in de Valpolicella?
Toch zag ik Rosso del Veronese IGT op het etiket staan, en dat kón toch geen Ripasso zijn… Dan vond ik de prijs wel wat stevig voor een ‘gewone IGT’. Dan maar gekozen voor een uitstekende Montepulciano d’Abruzzo, die erg goed smaakte bij m’n zeer goede entrecôte.

Gastheer Robin Berben kwam nog even babbelen over de Campofiorin: “ik ben onlangs bij Masi geweest, en heb daar gezien hoe ze de Ripasso maken,” vertelde hij oprecht. Gezien zijn grote produktkennis en minstens even indrukwekkende reputatie had ik geen enkele reden om dáár aan te twijfelen.

Eenmaal thuis aangekomen heb ik dus maar even de boeken er op nageslagen… Oei: de Campofiorin was dé oer-Ripasso, de eerste Ripasso, in 1964 ontwikkeld door Masi. En inderdaad, in de jaren ’80 heeft Masi de naam en methode van Ripasso laten vastleggen. Zat ik er dan helemaal naast? Had ik niet goed opgelet bij de les Italië? Had ik dan niet goed gekeken op al die etiketten Ripasso die de afgelopen jaren door mijn handen waren gegaan? Gelukkig! We hadden allebei gelijk: inderdaad is de naam Ripasso onlosmakelijk verbonden met Valpolicella, en valt onder diens DOC. Maar Masi liet het er niet bij zitten. In de jaren ’90 ontwikkelde hij de Ripasso door, en gebruikte niet langer een tweede gisting van jonge Valpolicella op de pulp van Amarone, maar voegde in december ingedroogde druiven toe aan de jonge wijn, waardoor wel een volle smaak werd verkregen, maar niet de harde tannines die sommige Ripasso’s ontsieren.
Maar omdat Masi met zijn nieuwe methodes niet meer voldeed aan zijn eigen ‘regels’ voor Ripasso, mocht hij – de meester zelve – hiervoor niet de naam Ripasso gebruiken. En niet alleen dát, ook mocht de wijn geen Valpolicella meer heten!

Het resultaat werd dus een “dubbel gefermenteerde” IGT Rosso del Veronese van de typische Valpolicella-druivenrassen. Wat wel bleef, was de inmiddels geregistreerde en vermaarde naam “Campofiorin”, die na 42 jaar (we hadden een Vendemmia 2006) nog trots op het etiket prijkt. Na een gezellige mailwisseling met Robin Berben vanmorgen keerden we vanavond terug voor nog een lekker rondje Café Sjiek, en natuurlijk popelde ik nu om de Campofiorin te bestellen. “Deze krijgen jullie van Robin,” zei de wederom vriendelijke dame met een licht grijns, “als dank voor de leuke discussie.”
Met een klein blosje op de wangen ontving ik dit zéér sportieve gebaar met veel dank. En ik moet zeggen: wat een héérlijke wijn! We aten er salade met gerookte eendenborst resp. paté van haas bij, en dat paste perfect. Inderdaad is deze dubbel vergiste wijn van ‘Valpolicella-druiven’ eleganter en verfijnder dan menig ‘gewone’ Ripasso, maar wel die gulle smaak van amarenekersen en rozenbottel. Ook bij de entrecôte (niet zonder reden op herhaling vanavond) paste de Campofiorin erg goed.

Zéér voldaan en een érg leuk en lekker wijnmoment rijker keerden we huiswaarts.
Robin: héél hartelijk bedankt!