Druivenras Cannaiolo Nero
De Cannaiolo Nero is een inheemse Italiaanse druif die bijna uitsluitend in centraal-Italië, het gebied eronder en Sardinië is aangeplant.
Het meest komt deze druif voor in Toscane, waar de Cannaiolo oorspronkelijk als één van de Chianti-druiven werd gebruikt.
Nu de wetgeving wat soepeler is, waardoor meer Sangiovese en andere niet-inheemse soorten zoals Cabernet Sauvignon in de blends mogen worden gebruikt, neemt het aandeel Cannaiolo af en is zijn rol als “verzachter” van de soms stevige zuren en tannines van de Sangiovese niet meer zo essentieel.
Dit gebeurde ook al bij de Rosso di Montepulciano and Vino Nobile di Montepulciano, waar de Cannaiolo ook in voorkomt.
De stokken van de Cannaiolo zijn stevig, behoorlijk resistent en leveren een gemiddelde productie. De bladeren zijn klein, vijfhoekig, hebben 5 lobben en grillige donkergroene randen. De pyramide-vormige trossen zijn middelgroot en losjes; de druiven zijn eveneens halfgroot, rond en hebben een diepe blauw-violette kleur en een gladde huid met een mooie waas.
Het gehalte aan zuren en tannines is gematigd; de pulp is vlezig en heeft een beetje rossig sap. Hoewel de druif best aromatisch is, is de smaak toch vrij neutraal en heeft een bittertje.
De Cannaiolo is naast een “verzachter” ook een uitstekende kleurmaker en werd in die hoedanigheid veel gebruikt als de “Governo”-druif in de Chianti. Bij het Governo-proces worden gedroogde druiven aan de gefermenteerde most toegevoegd om de zuur- en tanninegehaltes te balanceren en om de kleur op te peppen. De moderne vinificatiemthodes hebben dit proces echter vrijvel helemaal overbodig gemaakt.
Alternatieve namen: Caccione Nero, Cagnina, Calabrese, Canaivola, Uva Canina, Tindilloro, Drupeggio, Uva dei Cani, Uva Donna, Uva Marchigiana, Uva Merla.